Voer binnen zeven minuten de volgende handelingen uit op het bedieningspaneel.
De menuselectie verschilt per printermodel.
Druk voor modellen met een aanraakscherm rechtstreeks op het printerdisplay.
Gebruik op modellen zonder aanraakscherm de pijlen om items te selecteren. Druk vervolgens op OK.
Zorg ervoor dat de printer aanstaat en gebruiksklaar is.
Ga naar de printer en open het menu voor het instellen van Wi-Fi op een van de volgende manieren, afhankelijk van uw printer.
Selecteer
.
Selecteer Wi-Fi instellen.
Tik op
en vervolgens op
Wi-Fi instellen.
Selecteer Netwerk Autom. Verb. en druk op Doorgaan of OK. Volg verder de aanwijzingen op het printerdisplay.
OPMERKING:
Als een foutmelding wordt weergegeven, druk dan op OK op het bedieningspaneel van de printer. Keer vervolgens terug naar stap 1 van dit scherm.
Als het scherm Netwerklocatie instellen wordt weergegeven op uw computer, drukt u op Annuleren om het scherm te sluiten.