U kunt voor deze printer nieuwe TCP/IP-instellingen configureren (IPv4). Neem voordat u instellingen aanpast contact op met uw netwerkbeheerder.
Opmerking: het installatieprogramma detecteert de systeeminstellingen en geeft de aanbevolen TCP/IP-instellingen weer (zowel IPv4 als IPv6), maar u kunt deze instellingen aanpassen wanneer u dat wilt (dit hulpprogramma kunt u alleen gebruiken om IPv4-instellingen handmatig te configureren). U kunt desgewenst deze instellingen wijzigen. Parameterwaarden die u toewijst, worden pas op de printer geconfigureerd als de installatie is voltooid.
· Als de printer geen geldige TCP/IP-instellingen heeft, gaat u als volgt te werk:
Voer voor de printer een geldig IP-adres (IPv4) en een geldig subnetmasker in. Voer bovendien in de daarvoor bedoelde velden een geldig IP-adres voor de gateway in. Neem contact op met de netwerkbeheerder voordat u waarden toekent.
Klik op Instellingen voorstellen als u wilt dat de TCP/IP-parameters automatisch worden ingevoerd door het installatieprogramma.
Gebruik het selectievakje Standaardpoortnaam (Windows NT, Windows 2000 en XP). Als u dit selectievakje inschakelt, worden de standaardinstellingen voor de printer gebruikt. Als u dit selectievakje niet hebt ingeschakeld, wordt het dialoogvenster Poortnaam het volgende venster van de wizard.
VOORZICHTIG: als de printer ook via andere netwerken kan worden bereikt, zijn de voorgestelde TCP/IP-instellingen mogelijk niet uniek in de totale netwerkconfiguratie. In dat geval kunnen de instellingen een conflict opleveren met andere apparaten. Wees daarom voorzichtig als u de printer verbindt met andere TCP/IP-netwerken.
· Als de printer wel geldige TCP/IP-instellingen heeft, verloopt de procedure als volgt:
De huidige TCP/IP-instellingen worden weergegeven.
VOORZICHTIG: als u geldige TCP/IP-instellingen wijzigt, hebben andere gebruikers mogelijk geen toegang meer. Neem contact op met de netwerkbeheerder voordat u geldige instellingen wijzigt.
Opmerking: als de TCP/IP-parameters met een wachtwoord zijn beveiligd door beheersoftware, zoals HP Web Jetadmin, worden de invoervelden grijs weergegeven.
Het selectievakje Standaardpoortnaam gebruiken (alleen in Windows NT, Windows 2000 en XP). Als u dit selectievakje inschakelt, worden de standaardinstellingen voor de printer gebruikt. Als u dit selectievakje niet hebt ingeschakeld, wordt het dialoogvenster Poortnaam het volgende venster van de wizard.