Printeraansluiting controleren

Als u draadloos verbinding maakt met de printer, controleert u of de aanduiding voor draadloze verbindingen van de printer is ingeschakeld (raadpleeg de documentatie die bij de printer wordt geleverd voor hulp bij het zoeken naar de aanduiding voor draadloze verbindingen van de printer). Selecteer vervolgens een van de opties op het scherm die hieronder worden beschreven.

Als u verbinding met een netwerkkabel maakt, controleert u de lampjes van de netwerkpoort aan de achterkant van de printer:

Status aansluitingslampje Actie

Aan (groen)

Selecteer vervolgens een van de opties op het scherm die hieronder worden beschreven. Als u het hardwareadres (MAC-adres), het IP-adres of de apparaatnaam (IP-hostnaam) van de printer wilt zoeken, drukt u een netwerkconfiguratiepagina af. Voor instructies over het afdrukken van een netwerkconfiguratiepagina raadpleegt u de bij de printer geleverde documentatie.

Uit

  • Zorg dat de netwerkkabel stevig is aangesloten op zowel de printer en het WAP-toegangspunt (Wireless Access Point) als de computer.
  • Zorg dat de WAP is ingeschakeld.
  • Controleer of de printer is ingeschakeld.
  • Controleer of de computer is aangesloten op het netwerk.

Als u de items die hierboven worden weergegeven, hebt gecontroleerd, kiest u een methode om opnieuw de printer te zoeken: