Gevonden printers

In het scherm Gevonden printers kunt u een printer selecteren die in het lokale netwerk is gevonden en aanvullende installatieopties vinden voor het installeren van netwerk-, USB- of parallel aangesloten printers.

Opmerking: Raadpleeg Printers toevoegen aan grote IP-netwerken voor informatie over het instellen van printers die zich niet in het lokale netwerk bevinden.

Printers in de lijst zijn herkenbaar aan de volgende velden. Het hardwareadres is waarschijnlijk de eenvoudigste manier om de printer te identificeren:

Model Identificeert het printermodel (bijvoorbeeld HP LaserJet 5000 serie). Als het model niet kan worden geïdentificeerd, de printer is uitgeschakeld of geen printer is aangesloten, wordt Onbekend weergegeven. Voor externe HP Jetdirect printservers wordt de volgende informatie weergegeven als een printer is aangesloten maar niet kan worden geïdentificeerd:
  • Parallel: Centronics Printer/Plotter
  • USB (unidirectional): Unidirectional Peripheral (unidirectioneel randapparaat)
  • USB (bidirectional): Bidirectional Peripheral (bidirectioneel randapparaat)
Hardwareadres (ook stationsadres of MAC-adres genoemd). Unieke identificatie van een apparaat in het lokale netwerk. Voor printers van HP en externe HP Jetdirect printservers met meerdere printerpoorten kan een poortnummer (poort 1, poort 2, poort 3) worden toegevoegd. Dit adres wordt weergegeven op de configuratietestpagina van de printserver.
IP-adres (Internet Protocol) Unieke identificatie van een apparaat in een TCP/IP-netwerk die wordt toegewezen door een netwerkbeheerder. In deze lijst worden zowel IPv4- als IPv6-adressen weergegeven.  Als een printer meerdere adressen heeft, worden deze bij elk adres eenmaal weergegeven, zodat u kunt selecteren welke interface u wilt gebruiken. 

Opmerking: Wanneer een HP Jetdirect printserver wordt ingeschakeld en niet binnen twee minuten wordt geconfigureerd met een geldig IP-adres, wordt een automatisch IP-adres (169.254.x.x) of een standaard-IP-adres toegewezen. HP raadt aan het standaard-IP-adres te wijzigen. Als er meerdere printers zijn met hetzelfde standaardadres, controleert u het hardwareadres om de juiste printer te identificeren.

IP-hostnaam Een IP-hostnaam is een gebruiksvriendelijke (ofwel herkenbare) naam die kan worden gebruikt in plaats van het IP-adres van de printer. U kunt deze optie gebruiken wanneer een naamserver in het netwerk is ingesteld om hostnamen toe te wijzen aan de bijbehorende IP-adressen. Als een hostnaam is toegewezen en geconfigureerd voor de printer (bijvoorbeeld printer1.marketing.com), kunt u de hostnaam opgeven om de printer te identificeren.

Opmerking: Als de gegevens in een veld worden afgekapt en u het hele veld wilt bekijken, kunt u het veld breder maken. Hiertoe plaatst u de muisaanwijzer bovenaan op de rand van het veld en klikt en sleept u de rand opzij.

Raadpleeg de documentatie van de printer voor instructies over het afdrukken van een netwerkconfiguratiepagina.

Als een geselecteerde printer is beveiligd met een SNMP-community-naam of een Jetdirect-wachtwoord, wordt u gevraagd de community-naam of het wachtwoord in te voeren.

Meer informatie:

Woordenlijst voor afdrukken via een netwerk